Wij behoeven u niet uit te leggen waar voorzieningen balanstechnisch voor zijn bedoeld, ten minste dat nemen wij even aan. Maar wat nu als een ondernemer een nieuw soort voorziening bedenkt.
De ondernemer bedacht dat het wel passend was om op de balans een nieuwe post op te nemen, genaamd ‘Voorziening transitievergoedingen’. Een goede gedachte, zeker door de bril van het: goed koopmansgebruik. Helaas was de inspecteur het niet met hem eens.
Vervolgens toog de ondernemer vol goede moed naar de rechter. Hij vertelde zijn verhaal en lichtte zijn overwegingen toe, en de rechter vond het een begrijpelijke en sympathieke gedachte. Na een uitgebreide beoordeling kwam de rechter helaas toch tot de conclusie dat de voorziening niet acceptabel was. De voorziening voldeed namelijk niet aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden (die ooit in een oud arrest van de Hoge Raad waren geformuleerd):
Met name het laatste criterium was het struikelblok, omdat de ondernemer dat nog niet kon onderbouwen. Hij wilde met de voorziening aangeven dat de mogelijkheid bestond dat hij transitievergoedingen moest gaan betalen, alhoewel hij nu nog niet wist aan wie en hoe hoog die zouden zijn. Helaas, volgende keer beter.
Maar het kan zomaar zijn dat de uitslag met ingang van 1 januari 2020 heel anders is. Dan treedt namelijk de WAB in werking, waarvan één van de consequenties is dat alle werknemers vanaf de ingang van de arbeidsovereenkomst recht hebben op een transitievergoeding. En dat wordt een bepaalbaar bedrag en DUS alle reden om met ingang van 2020 een voorziening op te nemen.
Ons inziens beschikt de ondernemer over voorzienigheid, maar loopt hij met de voorziening net voor de troepen uit. Even wachten…, even wachten nog…. U raadt het al.