In een erfrechtelijke kwestie liep het recentelijk wat tegenvallend af voor de erfgenaam. En dat bracht een behoorlijke aanvullende successie-aanslag van de belastingdienst met zich.
Het betrof een situatie waarbij de erflater haar woning, vooruitlopend op het overlijden, verkocht en leverde aan de erfgenaam. De koopsom werd door de erflater kwijtgescholden. De erflater mocht nog tot haar overlijden in de woning blijven wonen. Dat vertaalt zich fiscaal in een vruchtgebruik situatie. Daarvoor moet dan een vergoeding betaald worden aan de erfgenaam.
So far so good.
Echter wat de erflater niet had gedaan was daadwerkelijk de vergoeding aan de erfgenaam betalen. Dit leidde tot de omstandigheid dat de inspecteur een grondslag zag om de situatie onder een specifiek artikel van de Successiewet te schuiven waardoor een aanvullende betaling van successierechten diende plaats te vinden. De erfgenaam vervoegde zich vervolgens bij de Rechtbank en daarna het Hof. Het Gerechtshof Den Haag gaf de inspecteur echter gelijk. De aanvullende aanslag moest worden voldaan.
Zo zie je maar dat het met de beste bedoelingen vormgeven aan een ‘constructie’ toch fout kan gaan. Het devies is: Bezint eer ge begint.
Laat u zich dus goed voorlichten.