Een oma had aan haar kleindochters een legaat nagelaten die door haar dochter bij overlijden moest worden uitgekeerd.
De rechtbank had in eerste aanleg ten gunste van de fiscus besloten dat het deze bedragen een last voor de dochter betrof. Daardoor was het gevolg dat een hogere belastinggrondslag van toepassing was. Partijen stapten gezamenlijk naar de Hoge Raad en sloegen het Gerechtshof daarbij over. Dat kan indien beide partijen het daarover eens zijn.
De Hoge Raad besliste uiteindelijk dat het georven bedrag geen last is maar een legaat. Daardoor werd fiscus in het ongelijk gesteld. En als gevolg van de uitspraak was ook de belastinggrondslag voor de successiewet maar ongeveer een 10e van het bedrag dat de rechtbank had vastgesteld.
Heeft u hierover vragen, benader ons.
Geplaatst 1-12-2019