Dat overkwam een aannemer in een rechtbankprocedure. Doordat over de hoogte en betaling van nota’s een geschil bestond tussen opdrachtgever en een aannemer werd uiteindelijk een rechtszaak aangespannen.
De aannemer dacht slim te zijn door een factuur van een leverancier in te brengen in de procedure, die hij enigszins had opgehoogd. Dat kwam uiteindelijk boven water omdat ten aanzien van die factuur een onderzoek werd ingesteld. Dat had tot gevolg dat alle facturen en aanvullende stukken van de aannemer buiten beschouwing werden gelaten.
De aannemer had artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geschonden, dat betreft de waarheidsplicht die voor partijen in een rechtszaak geldt. Nu de rechter de valsheid in geschrifte heeft vastgesteld heeft de aannemer geen poot meer om op te staan.
Het resultaat: De opdrachtgever hoeft de betwiste nota niet te voldoen, maar tevens dient de aannemer alle wél betaalde facturen aan de opdrachtgever te vergoeden.
Dus: bezint eer bij begint!
Heeft u hierover opmerkingen dan vernemen wij dat graag.
Geplaatst 15-1-2020